Gepost door: Paul Voestermans | 25 januari, 2018

Verlos ons van het onzalige identiteitsgedoe

“Hoe gelijker de omstandigheden zijn, des te moeilijker de verschillen te verklaren zijn die er daadwerkelijk tussen mensen bestaan en daardoor worden individuen en groepen steeds ongelijker aan elkaar.”

Hannah Arendt, Antisemitisme.

“Ik zou zeggen, schaf de diversiteitstrainingen af en volsta met de mededeling: er zijn mensen die om diverse redenen de schijn tegenhebben en er zijn mensen die om diverse redenen altijd het voordeel van de twijfel krijgen, zelfs als ze dat niet verdienen. Al het andere wat hierover gezegd kan worden is ruis, aangevuld met verontwaardiging in prettige en minder prettige vormen.

Arnon Grunberg

Is links of rechts gebaat bij een ‘cultuuroorlog’ over diversiteit? Het antwoord is kort en bondig: nee. Zo’n oorlog – over ras, gender, of klasse – versterkt destructieve krachten in de samenleving. Dat zie je aan de discussies over ‘woke’. Woke is de overdrijving en destructieve politisering van identiteit en diversiteit. Als zodanig is ‘woke’ niet hetzelfde als recht doen aan groeperingen die grof te lijden hebben gehad van het bevestigen van maar één enkele waardevolle identiteit, namelijk die van de ingezetenen van de Westerse wereld. Eeuwenlang heeft het bevestigen daarvan het leven van de overrulede anderen bedreigd. Dat staat op het spel in de discussie over diversiteit en niks anders. Woke kan naar de schroothoop. Identitaire politiek en bewegingen ook, maar niet deze bedreiging. Wel is het zo: de stok moet helaas even worden doorgebogen om hem recht te krijgen. zo kun je ‘woke’ ook bekijken.

Dat betekent dat verscheidenheid en acceptatie van verschillen, mits niet uitvergroot tot ‘cultuur’, nastrevenswaard blijven. Er is te lang negatief gedaan over andere groeperingen en dat moet inderdaad ophouden

In het jaarverslag van de NRC van 2017 werd het identiteitsdebat uitgeroepen tot een van de belangrijkste debatten van dat jaar. Zou je het weer onderzoeken dan zal, denk ik, blijken dat het nog steeds een actueel debat is.

In dit debat is identiteit van oudsher nauw verweven met integratie, maar tegenwoordig ook met diversiteit, en ongelijkheid. De verbintenis met integratie geeft ernstige problemen. Door grote nadruk op hoe of wat mensen zijn en/of graag willen zijn – dat is identiteit en die op te hangen aan bijv. etniciteit – in plaats van op wat ze doen, segregeren ze eerder dan dat ze integreren. Als je je laat beoordelen op wat je bent i.p.v. op wat je kunt en wat je allemaal ondernomen hebt om iemand te worden, bemoeilijk je de contactname met iemand die echt anders is. Je slaat elkaar plat op kenmerken als huidskleur, etniciteit, afkomst, sekse, klasse etc. die er soms helemaal niet toe doen. Zo doen bijvoorbeeld ook culturele praktijken die niet meer aansluiten bij wie je geworden bent er niet echt toe. Iemand beoordelen op onderdeel te zijn van een toevallige groep, zei Primo Levi al, is gelijk aan misdaad. In de discussie over diversiteit en ongelijkheid is het identiteitsdebat vooral een debat over wat voor remmingen de zogenaamde ‘witte identiteit’ allemaal met zich meebrengt om ‘anderen’ die niet wit zijn echt te zien voor wie ze zijn en ze toe te laten.

Inderdaad, alles aan je kan onderdeel worden van je identiteit – van kleding tot huidskleur, van je seksegevoel tot seksevoorkeur, van afkomst tot geboortestreek, zelfs taal en taalgebruik – en het is ook nog zo dat jij zelf niet bepaalt wat er van je wordt gekozen. Jij zelf doet er maar ten dele toe, en precies dat maakt identiteit tot een product van jou én de ander. De betekenis komt pas in dialogisch gebruik tot stand. Heel lastig. Zeker ook als je er je gevoel van eigenwaarde vandaan haalt. Dat gebeurt als identiteit religieuze dimensies krijgt. Dan is afgeven op religie door anderen meteen ook een aanslag op je persoon. Dat maakt identiteit tot een gewild politiek thema met in sommige gevallen ernstige gevolgen. Om de schade goed te kunnen bevatten lees Zwarte Golf van Kim Ghattas. Lees daar hoe identitaire politiek bijna elk land in het Midden Oosten verziekt. Ik heb het begrip altijd heel lastig gevonden ook al viert het hoogtij in veel discussies over diversiteit. Psychologisch is het een rommeltje.

Wat immers onder de radar blijft zijn echte problemen van sociaal-economische aard waarvoor het identitaire discours geen oplossing is, maar eerder een rem. Hameren op identitaire thema’s lost het vraagstuk niet op van hoe wel echt geldigheid te verlenen aan wie aan de kant zitten waar de klappen vallen.

In identiteitspolitiek wordt het individu geheel ondergeschikt gemaakt aan de groep, terwijl echte verbinding juist betekent dat de groep in dienst staat van het individu. Immers, het kenmerk van een goed team is dat elk individu erin tot zijn recht komt. Dat beargumenteren we uitvoerig in Culture as Embodiment. Maar voor velen is de veiligheid van de groep iets waar ze hun eigen individualiteit aan opofferen; maar ook omdat dit van ze geëist wordt, helaas. Zo zijn met name het eergerelateerd afstraffen van vrouwen door mannen zo’n fenomeen waardoor de groep wordt verkozen boven het individu zonder dat daar heel de gemeenschap van profiteert. Het dient alleen de mannen en hun onderlinge identiteit en ordening. Weg met dit soort identitair gedoe.

Maar eerst een stukje geschiedenis.

Ik ben oud genoeg om het politieke begin en vooral ook de wetenschappelijke gevolgen van de onzalige verbintenis tussen identiteit en integratie te kunnen traceren. De verbintenis werd al vroeg gekritiseerd. Meer dan 40 jaar geleden was er gedurende een korte periode vanaf de jaren zeventig tot tachtig sprake van categorale zorg voor wat toen ‘gastarbeiders’ heetten om ze in de Nederlandse samenleving te integreren. Dat was per culturele groep bijstand verlenen aan de opname van deze nieuwkomers in onze samenleving. Dat gebeurde mede door hen hun ‘cultuur’ te laten behouden. Ze zouden immers trugkeren. Het belang van dat behoud werd destijds niet beargumenteerd in termen van identiteit maar van ‘cultuur’, zoals toen gebruikelijk gedefinieerd als een waarden- en normenpatroon, waaraan men door afkomst gehecht was. Maar meteen gebeurde er ook iets anders. Identiteit werd van meet af aan sneaky ‘cultuur’ binnengesmokkeld. Je hechten aan cultuur betekende tevens je onderscheiden en je profileren als etnische groep. Ik heb dat zien gebeuren en we hebben er meteen op gewezen hoe slecht dit is voor integratie. Het narratief van een “multicultureel drama” is vernietigend voor de integratie want er is geen algemeen multicultureel drama. Als er ergens een drama is dat is dat doorgaans lokaliseerbaar. Meestal aan de onderkant waar slechte woon- en arbeidsomstandigheden bestaan. Wij bepleitten toen al “exit cultuur”: cultuur niet gebruiken als label voor de herkomst van gedragspatronen of als excuus voor gedragingen die opgedaan zijn in omstandigheden die niet meer van toepassing zijn. We wijzen cultuur als een variabele die gedrag verklaart nadrukkelijk af. Cultuur vormt geen grondslag van gedrag.

Bij Cultuur- en Godsdienstpsychologie (C&G) aan de Radboud Universiteit bestudeerden we ‘minderheden’ door cultuur op de psychologische snijtafel te leggen. Het was hoognodig, want zonder al te veel nadenken over het begrip werd cultuur te pas en te onpas voorop geplaats in de verklaringsketen. Zelfs zozeer dat heel de psychologie zelf tot westers cultuurproduct werd bestempeld en zo haar algemene verklaringskracht verloor. We zagen daarin een groot gevaar.

Hoe lang is het niet geleden dat we daarmee begonnen, met cultuur eindelijk eens psychologisch te benaderen? Ik haal het boekje erbij van Ruud Abma en Herman Kolk, Meer dan de som der delen? Negentig jaar psychologie in Nijmegen (Boekhandel Roelants, 2013). Daar staat dat al vroeg in de geschiedenis van de Nijmeegse psychologie – eigenlijk al vanaf de oprichting van een aparte leerstoel ‘Cultuurpsychologie’ in 1986 – er gepleit is voor een psychologie die cultuur als gedragsregulerend systeem tot voorwerp van onderzoek maakt, wat zoveel betekent dat ‘cultuur’ als verklarend concept niet of nauwelijks bruikbaar is; het werkt mystificerend, verhullend. Ik citeer:

“Cultuur wordt doorgaans gezien als een domein op zich, als iets dat losstaat van het individu, ver verwijderd van diens wensen en behoeften. Maar cultuur komt juist tot uitdrukking in het concrete gedrag en de concrete ervaringen van mensen. Het begrip ‘cultuur’ kun je ook niet gebruiken om er een hele samenleving mee te omschrijven. Het gaat altijd om gedragspatronen die verbonden zijn met specifieke groepen. Mensen leren hun gedragspatronen af te stemmen op wat in de groep waarmee ze zich vereenzelvigen gebruikelijk is. Meestal zijn ze zich niet bewust van de precieze aard van de groep. (…) Het proces waarmee je je ‘invoegt’ in de groep is normatief, maar de normen zijn onuitgesproken, onbewust. Ze kunnen verband houden met klassenverschil, het verschil tussen man en vrouw, jong en oud, autochtoon en allochtoon, en religieus en niet-religieus. De nadruk ligt op automatische en onbewuste gedragspatronen.”

Zeker, je had toen ook al de kritische culturele antropologie en sociologie, waarbinnen cultuur ook niet zomaar als verklaring werd gehanteerd, maar door de bank genomen bleef het een belangrijke gedragsvariabele ter verklaring van individueel gedrag en van gedragspatronen in de groep. Daar maakten we toen al bezwaar tegen. Van een massief cultuurpatroon dat alles en iedereen doordringt is geen sprake. Er zijn altijd grote gedragsverschillen binnen de culturele groep. Niet elke Turk doet aan eerwraak, bijvoorbeeld. Degenen die deze praktijk beoefenen doen dat gesteund door specifieke lokale groepen en zeker niet op basis van ‘de’ Turkse cultuur. Daar wezen wij op. Dat was vóór Bolkenstein in 1991 kanttekeningen maakte bij de politiek van behoud van de eigen cultuur en identiteit. Helaas deed hij dat met wenig kennis van zaken over wat er precies mis is met identitaire politiek.

De sociaal-democratie verdwaalde ook in het multiculturalisme van ‘behoud van eigen identiteit en cultuur’. Over de hele linie werd Proeftuin Europa te weinig erkend. De grote fout is het cultuurrelativisme dat de werfkracht van Europa en de aan haar geschiedenis gekoppelde vrijheden, verantwoordingsplicht en rechtsbescherming onvoldoende benadrukt.

We focusten in ons onderzoek aan de vakgroep al langer op deze politiek van behoud van de eigen cultuur. Wat opviel was dat in de slipstream deze behoudzucht de autoriteit in minderheidskringen – in de vorm van religieus en mannelijk gezag – ongehinderd de identiteitskaart konden uitspelen. Blijf vooral Turk of Marokkaan; draag dat uit in mode en religie, de twee belangrijkste identiteitsbepalende complexen die al in de 19e eeuw door Herbert Spencer werden onderscheiden. Dat is immers het beste voor behoud van de eigen cultuur: ervoor zorgen dat eigen identiteit voorop staat. Dan kun je misschien voor je eigen groep een plek wringen in het strakke weefsel van de ‘gastcultuur’. Onzin allemaal en gevaarlijk. Want dat weefsel is zo strak niet als je een paar zaken in het oog houdt, zoals dat iedereen en niet alleen mannen moeten kunnen profiteren van de vrijheden van het gastland. Nu zie je heel vaak dat mannen en jongens van Mediterrane afkomst de verworven vrijheden omarmen en vrouwen en meisjes kort houden.

Maar wat erger is, je gaat kanten van je eigen ‘cultuur’ die voor anderen (de niet-Turken of niet-Marokkanen) lastig zijn verfraaien, overdrijven en gebruiken als breekijzer. Kijk wat er gebeurt aan de Waal downtown Nijmegen: vrijwel alleen maar ‘streepjes-Nederlandse’ jongens bezetten daar de parkeerplaatsen voor samenscholing en identitair vertoon. Geen meisje te zien, wel wegscheurende auto’s of stilstaande, met luide muziek en louter als boodschap: wij zijn er hoor met ‘onze cultuur’. Welke doet er niet toe en weet ik ook niet…niemand weet dat; het is gewoon hinderlijk op deze manier. Je centrale affiniteiten manifesteren kan ook fraaier en verdraaglijker. Weg met die lui daar. Intussen zijn er maatregelen genomen. De overlast was te ernstig om deze te laten woekeren.

Dit uitspelen van de cultuurkaart gebeurt binnen de gemeenschappen zelf, waardoor deze zich afschermen. Politieke leiders wakkeren de gevoelens van vervreemding aan, Erdoğan voorop, zo blijkt telkens weer uit de deelname van Nederturken aan de verkiezingen in Turkije. Extremisme wakker je gemakkelijk aan bij jongeren die vervreemd zijn en tussen de wal en het schip vallen van de gebruiken uit het herkomstland van hun ouders en de eisen van hun huidige leefomgeving. Daar moet je het zogenaamde ‘drama’ van de integratie lokaliseren. Er bestaat geen algemeen multicultureel migratiedrama. als er al problemen zijn dan zijn die lokaliseerbaar en er zijn aanwijsbare actoren.

die gebruiken tamelijk subtiele middelen die vooral gericht zijn op het behoud van het eigen gezicht, letterlijk: het uiterlijk, maar ook door kleding of door sekse-gesegregeerd te blijven in het publieke domein. En ze bespelen vooral degenen die zonder meer benadeeld worden door de autoriteiten van het land van aankomst. Ze bespelen ze niet op erg grote schaal natuurlijk, want deze behoudzuchtige manoeuvres zijn van meet af aan de overgrote meerderheid in de eigen groep een doorn in het oog geweest. Niet elke moslim vindt dit luidruchtig vertoon en soms ook nog in naam van Allah en zijn profeet, handig.

Juist door te precizeren waar deze identitaire behoudzucht zich ophoudt en hoe die lokaal wordt aangewakkerd krijg je zicht op wat er speelt en alleen zo bevorder je de integratie.

Nadat politiek links vooral eerst meegedaan heeft aan het uitspelen van de cultuurkaart door de categorale zorg van minderheden te organiseren uit angst teveel vanuit de eigen dominantie te opereren, werd later op beleidsniveau aangestuurd op een heel ander koers. In diverse regeringsrapporten werd de strategie van behoud van de eigen cultuur afgeraden. Integratie werd gezien als een proces dat van twee kanten moet komen: geen categorale zorg meer, maar zelf aan de slag om een plek in de Nederlandse maatschappij te veroveren.

Deze belangrijke beleidswijziging was het gevolg van het feit dat de arbeiders die voor werk als gast hier naartoe waren gehaald niet terugkeerden maar juist met hun gezinnen werden herenigd. Het standpunt van behoud van de eigen cultuur werd ingeruild voor meedoen in de Nederlandse samenleving. Helaas was toen het leed al geschiedt: de eigen identiteit was in de eigen gemeenschappen al een onvervreemdbaar thema geworden. En dat is zo gebleven. En de politiek op links bleef daar in sommige gevallen in meegaan. In hoeverre, moeten historici maar eens uitzoeken. De links-rechts duscussie helpt hier nu niet echt.

In de vele rapporten nadien over integratie, toen de keuze voor behoud van de eigen cultuur beleidsmatig verlaten was, werd onvoldoende onderkend dat identiteit als thema politiek heel anders uitwerkt dan behoud van de eigen cultuur. Het identiteitsstreven is een eigen leven gaan leiden. In de politiek ging het benadrukken van de eigen identiteit gewoon door, wat er ook over integratie en cultuur werd beweerd. In migrantenkringen werd het belang van eigen identiteit niet ontmoedigd, althans niet over de hele linie en veel imams weten van niks of houden zich voor den domme. Vaak kennen ze de Nederlandse verhoudingen te weinig.

Voorbeelden van identitaire politiek zijn hoofddoeken bij vrouwen (zie op dit blog: https://cultpsy.wordpress.com/2017/06/02/is-de-hoofddoek-wel-een-religieus-symbool/), maar ook toestaan dat er gescheiden leefwerelden ontstaan: eigen etnische groepen, maar ook mannen en vrouwen apart: de onzin van gescheiden zwemmen, kledingvoorschriften die mannen hebben bedacht, een seksuele moraal van het jaar nul.

Men laat het gebeuren dat een deel van Marokkaanse jongens de straat op gaat om onder het ouderlijk gezag uit te komen. Zo denken natuurlijk niet alle Marokkaanse ouders/vaders, maar in sommige kringen hoort dat bij hoe het mannelijk gezag omgaat met de opvoeding van zonen: man worden doe je buiten het bereik van de vrouwen thuis. Dat is de mening van de mannen uit rurale gebieden van bijv. Marokko of Turkije. Op straat mogen ze zich als echte Marokkaanse jongens manifesteren. De jongens gaan dus niet de straat op vanwege huiselijke conflicten, wat vaak juist wel het geval is bij Nederlandse jongens die op straat zwerven. Mixen met de ingezeten staatjeugd kan evenwel een explosief mengsel opleveren. Op straat oefenen sommige jongens uit Marokkaanse kringen een eigen machismo-achtig regime uit wat danig veel overlast kan geven. Dat met deze jongens en hun thuishaven niks mis is, blijkt wel uit het feit dat in Zweden bijvoorbeeld de moeders uitgenodigd worden om hun invloed te laten gelden. Op die manier hopen ze de jongens op het goede spoor te houden. Lastig is ook dat het ‘machismo’ hier en daar leidt tot een andere omgang met niet-Marokkaanse meisjes. Zodoende kan hun gedrag aanleiding zijn tot seksuele mores met laakbare kanten. Dat zie je ook aan het gedrag van sommigen op straat: meisjes naroepen of voor hoer uitmaken als ze bijvoorbeeld afwijkend gekleed zijn. De veel ernstiger vormen van mannelijk identitair vertoon waar bloed uit vloeit zijn genoegzaam bekend. Veel vrouwen hebben ervan te lijden.

Identitaire bewegingen ontstaan overigens mede als gevolg van het feit dat iedereen min of meer well-to-do wordt en mee wil tellen in de maatschappij. Dan benadruk je wie je echt bent en dat je erbij wilt horen zoals je bent. Dat echte erbij horen was immers lang voorbehouden aan alleen de witte man. Maar het benadrukken van het eigene kan ook doorslaan. Dat maakt de discussie over diversiteit en inclusie soms erg lastig. Immers, integratie betekent geenszins dat de anderen moeten worden zoals wij. Het betekent wel dat er verhoudingen moeten worden geschapen die voor iedereen gelijke rechten garanderen: allereerst dezelfde voor vrouwen als voor mannen maar ook in de opvoeding van de kinderen, vooral de meisjes, geen opgeblazen patriarchale gezagsverhoudingen. En het lichaam van vrouwen is geen speciaal punt van zorg voor de mannen. Vrouwen zijn zelf ‘mans’ genoeg.

Kortom, we stelden al vroeg in het onderzoek vast dat allerlei identeitsthema’s lokaal in de gemeenschap op een wijze versterkt kunnen worden die ten nadele werken van sommige leden van de gemeenschap. Gelukkig onttrekken veel mannen en vrouwen zich aan deze vormen van ongelijke behandeling. Het blijven problemen van een minderheid binnen de minderheden. Het onderzoek op de vakgroep C&G leidde daarom tot de slotsom dat je niet zo maar een beroep kunt doen op ‘de cultuur van…’ en vul dan maar in: Turken, Marokkanen enz., om langs die weg over het hele linie het gedrag te verklaren.

Helaas kon en kan de politiek dit maar moeilijk bevatten: dat het niet gaat om ‘de’ cultuur van….. ‘, want het versterken van identiteit is altijd aan lokale groepen gebonden. Het gaat niet aan deze lokale identitaire politiek – soms aangeblazen in deze of gene conservatieve moskee – te verhalen op de hele culturele groep. Tot op de dag van vandaag is dat precies wat de politiek vaak doet: het integratieprobleem vergroten in plaats van het lokaal vast te stellen en gericht aan te pakken.

Om dat lokaliseren te bevorderen moet eerst grondig afgerekend worden met de problematische kanten van het gebruik van de term cultuur. Er heersen ernstige misverstanden rond ‘cultuur’ als gedragsbepalend systeem. Het belangrijkste is: cultuur gebruiken als rechtvaardiging van gedrag: ‘zo doen we dat nu eenmaal hier’, (iets dat door de koplopers zo weer veranderd kan worden) tewijl het in veel gevallen gaat om patronen in gedrag die lokaal zijn opgedaan in het land van herkomst, maar nu in het land van aankomst niet meer voldoen. Wordt aan deze hardnekkige patronen vastgehouden, dan raakt de integratie ernstig bemoeilijkt. Wij noemen dergelijke patronen ‘culturele arresten’. Gedragspatronen uit een vroegere situatie raken in hun ontwikkeling gearresteerd of vastgezet en blijven vervolgens hun nadelige invloed uitoefenen. Besef daarbij wel dat deze arresten niet uitgesmeerd mogen worden over de hele cultuur. Daarvoor zijn er teveel uitzonderingen. Doorgaans kunnen ze tot lokale, vooral aan mannelijk (religieus) gezag gebonden praktijken worden teruggebracht. Ze zijn zeer hardnekkig, want in die praktijken is eerder het hele lichaam geïnvolveerd en niet zozeer slechts een bestand aan opvattingen dat wel even kon worden gecorrigeerd met een paar cursussen van hoe wij het hier doen.

Een ander misverstand speelt vooral in populistische bewegingen. Het gaat van een vergelijkbare gedachte uit als ‘de cultuur van…’ redenering. Alleen is nu de hogere cultuur gedragsbepalend. Maar ook dat is niet juist want er zijn teveel uitzonderingen. Cultuur met een grote C, (dat is kunst en wetenschap en andere culturele verworvenheden, en de daarbij horende waarden) is geen gedragsbepalende factor. Dat is het paard achter de wagen spannen. Hogere waarden zijn juist het gevolg van hoe een deel van de bevolking zich heeft leren gedragen en hoe daar dan op gereflecteerd is. Het is een groot misverstand dat cultuur met een grote C of Beschaving over de hele linie een bepalende factor is of zou moeten zijn in menselijk gedrag. Ook dit misverstand kan identitair worden opgeklopt. Op rechts wordt het populistisch uitgebaat door bijv. Geert Wilders en Thierry Baudet. Zij zien het Avondland te gronde gaan en mobiliseren daarvoor de rancune van hun aanhang tegen de elite. Overigens heeft die aanhang verder weinig op met deze vermeende ondergang en zijn om heel andere redenen ontevreden.

 

Paul Voestermans


Reacties

  1. […] Dat geldt mutatis mutandis ook voor de vrijwillege keuze voor de hoofddoek, of voor je op te sluiten in de leefwereld van je traditiegetrouwe Turkse of Marokkaanse moslimouders die jouw wens nu eens zelf te willen gaan leven niet honoreren en je opsluiten in hun weefsel van de gedragspatronen die ze hebben opgedaan in omstandigheden die nu niet meer van toepassing zijn. Dat sluipende karakter zag ik ook terug in het relaas van een basisschoollerares die mij vertelde hoe eind jaren tachtig begin negentig van de vorige eeuw ineens de hoofddoek op school verscheen. Geheel onverwacht maar onstuitbaar. En de leiding wist zich geen raad want de politiek was ‘integratie met behoud van eigen identiteit’. Hoe dat zit, daarover berichtte ik al eerder: https://cultpsy.wordpress.com/2018/01/25/bevrijd-integratie-van-het-identiteitsdebat/ […]

    Like


Plaats een reactie

Categorieën